Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Het paard [21]feilt ter [22]overwinning, en bevrijdt niet door zijn grote sterkte. 21. Hebr. [is] leugen, of valsheid dat is, bedriegt zijnen meester, die daardoor meende de overwinning te bekomen, of te ontkomen, maar het mist hem. Door het paard [als een bijzonder behulp in den krijg] moet men alle andere middelen verstaan, als niet helpende zonder Gods zegen. 22. Of behoudenis. Zie van het Hebr. woord 2 Sam.8:6.